Na in 2017 een verre camperreis te hebben gemaakt, hebben we besloten in 2018 dichter bij huis te blijven; uiteraard als het weer het toelaat. En dat doet het. Feitelijk hoeven we de motor niet te starten omdat het in Nederland historisch lang zomer is. Je wilt echter wat en dus toch maar onderweg op een warme maandagmiddag.
Dag 1. De eerste dag staat in het teken van ‘shoppen’, iets wat we vaak tot het laatst bewaren. Helemaal bijgespijkerd met de laatste camper en kampeertechnologie bij de Wit in Schijndel onderweg naar de Eifel. Hier zijn we in het voorjaar ook geweest en de omgeving is in één woord schitterend. Dit keer in Simonskall (eigen gekozen plaats (EP)/ camperplaats (CP) gestaan, een rustig daldorpje met veel wandelmogelijkheden. De camperplaats staat in de Campercontact app, maar is verder niets meer dan een parking bij een hotel. Uiteraard verdwaald en na een lange en verhitte wandeltocht weer terug bij de camper aangekomen.
Dag 4. Terwijl we ’s-morgens plannen aan het maken zijn voor de dag worden we begroet door onze Duitse buurvrouw die resideert in een tot pipowagen omgebouwde bouwkeet. Zij blijkt erg bekend te zijn in de omgeving en adviseert het Holcim adventurepark en de Feldberg. Het eerste is erg leuk voor groot en klein omdat uit leisteen zelf fossielen gebikt kunnen worden. En natuurlijk is er ook een speeltuin en zijn de nodige versnaperingen zum Verkauf. De parkeerplaats heeft een camperplaats, maar omdat het nog relatief vroeg in de dag is, besluiten we door te rijden naar het Titimeer. Dit lijkt een erg toeristisch meer en de campers die er zijn staan hutje mutje op de parking. Dat lijkt ons niet en dus rijden we door naar Feldberg, wat ook echt een berg blijkt te zijn. Dit blijkt een -voor ons onbekend- Duits skigebied te zijn. Een enorm parkeerterrein (EP) die in de winter vooral voor bussen bestemd is, is nu helemaal leeg en vinden wij goed genoeg om te parkeren voor de nacht. De kinderen halen er hun hart op met de space scooters, de voetballen etc. Redelijk goed gegeten bij de Italiaan – als een van de weinigen ook in de zomer geopend-.
Dag 2. De tweede dag rijden we door vanuit de Eifel naar de Moezel, een andere hit bij camperaars. Enkele jaren terug hebben we hier een middagje gestaan bij Schweich en hier dachten we nu te overnachten (EP). Een mooi stukje rust bij een voormalig veer; totdat…. We worden gezelschap gehouden door de lokale volgende generatie en mogen als ‘oudjes’ zelfs even op hun auto passen terwijl het spul zich in de Moezel verfrist.
Dag 3. De dag erop begint mooi en onder het toeziend oog van passerende fietsers ontbijten we heerlijk in het zonnetje. Na kort beraad staat Rosenfelt (CP), een pittoresk dorpje in het Zwarte Woud, op de routeplanning. De camperplaats hier ligt strategisch naast het mooie Freibad en klein en groot vermaken zich hier prima. Eenmaal opgefrist is het een mooie zwoele avond met een goede temperatuur voor een spelletje in de buitenlucht.
Dag 5. De dag erna beginnen we met een bezoek aan het Naturmuseum met wat leuke interactieve dingetjes voor de jeugd. Er kunnen hier ook mooie wandelingen gemaakt worden naar de top van de ‘berg’, waar zich in de uitzichtstoren verrassend genoeg een “Schinkenmuseum” bevindt. We laten de ham voor wat hij is en gaan al bosbessen etend zurück naar de camper. Het spreekwoord over dat éne schaap lijkt echt waar te zijn; inmiddels staan er zo’n 15 campers op ons parkeerterrein en is het hoog tijd om de boel de boel te laten en te vertrekken.
Inmiddels komt der Schweiz op de radar en omdat het in Zwitserland ook vooreerst mooi weer blijft steken we bij Basel de grens over in de richting van Thun. Aan de noordzijde van de Thunersee ligt Sigriswil (EP) met een bekende hangbrug. Een grote parking direct bij de brug nodigt uit om te overnachten en omdat het al wat later in de dag is, blijven we hier. De brug is indrukwekkend, zeker met het onweer wat de dag erna over ons hoofd komt waaien.
Dag 6. Overigens is (met name de noordzijde van) de Thunersee beslist een bezoekje waard en zijn er leuke plekjes voor een duik (met of zonder perslucht). Na proviand in te hebben geslagen bij de lokale Coop en steil achterover te zijn geslagen van de prijzen, zelfs na omrekening naar €) rijden we terug naar beneden en om de Thunersee heen in de richting van Kandersteg. Nog even gestopt om een aantal Aziatische parapenters te bewonderen bij de landing. Zoals alles in Azië zijn ze met velen. De herinnering aan de autotrein uit onze kinderjaren herleeft als we de oude wagons zien die –naar we vertrouwen- ons in 15 minuten door de bergketen heen zullen brengen. De prijs valt mee, maar de manoeuvreerruimte op de trein niet. Die is aan alle kanten erg krap en vraagt de nodige stuurmanskunst van de machinist achter het stuur van de camper. Voor de kinderen is het gepiep en geknars, de geur en de schrik wanneer we een trein tegenkomen, een onvergetelijke ervaring (net zoals wij dat vroeger hadden). In Goppenstein wacht ons een flinke afdeling het Rhonedal in. Omdat het weer naar het westen toe niet stabiel is, lunchen we direct aan de Rhone in de buurt van een woonwagenkamp voorbij Sierre. Het weer betrekt verder en aangezien er geen liefhebbers zijn voor een verfrissende duik in de Rhone, rijden we verder naar de camperplaats bij Binii (Saviese) (CP). Een schitterend uitzicht over het Rhonedal en de erachterliggende Matterhorn vanuit een bijna lege megaparking. Dat wordt erg gewaardeerd. Deze en een andere parking zijn aangelegd voor de Torrent-Neuf, een gemakkelijke wandeling van anderhalf uur langs een steile helling en over 5 wiebele hangbruggen. Een absolute aanrader voor degene die bouwkunde waardeert en niet bang is voor een veelheid aan toeristen en beweeglijke hangbruggen. Zo beweeglijk zelfs dat de kids vooruitlopen omdat paps de frequentie van de bruggen te goed kan versterken…
Dag 7 en 8. Deze wandeling moet echter wachten tot maandag, nadat we zondag in Sion naar de Nederlandse kerkdienst zijn geweest. Wel bijzonder, zo ver van huis. Op aanraden van vrienden gaan we de dag erna naar Lac de Tseuzier (EP), een uurtje terug naar het oosten. De weg naar boven is steil en smal en daardoor leuk en uitdagend. Na diverse tunnels komt het meer in beeld en op de dam is het goed overnachten voor een camperaar. Alleen met het meer en de sterren
Dag 9. Dit schilderachtige stuwmeer nodigt uit tot een mooie rondwandeling en heeft een indrukwekkende stuwdam. Helaas blijft het weer niet stabiel en besluiten we de dag erna weer op te breken en de Gletcher van Moiry te bezoeken. Daar lijkt het weer niet heel goed te zijn en we besluiten deze te agenderen voor een andere vakantie. In plaats daarvan gaat de rit naar het westen waar we uiteindelijk de Grote Sint Bernardpas nemen. Nadat de camper ons weer de nodige hoogtemeters heeft opgeleverd blijven we enkele kilometers voor de top steken op een terrein met een mooi uitzicht op een stuwmeer bij Bourg St Pierre(EP). Vanuit hier lopen wandelroutes naar Bourg St Pierre en naar de pas zelf.
Dag 11. Inmiddels is het weer in Nederland beter dan bij ons en bezinnen we ons op de route. Naar de Mediterraanse kust levert gegarandeerd mooier weer op; we zijn ook gehecht aan de bergen en besluiten het risico te nemen om vanuit Aosta richting Courmajeur Frankrijk in te rijden. Vanaf de achterbank wordt getwijfeld over men in Frankrijk nog steeds Italiaans ijs serveert en dit lijkt een terechte opmerking als we een stop maken bij een restaurantje op de berg.
We rijden nu om de Mont-Blanc heen en als we na La Thuile op de kleine Sint Bernard pas rijden zien we een mooi terrein met uitzicht op de Mont-Blanc. Terwijl de jongste het zandbakspeelgoed uit de kast trekt en Duitse kuilen in het terrein graaft, verzamelen de dames bosbessen voor bij het dessert. Papa zorgt voor de braai en iedereen heeft het naar de zin. Het spreekwoordelijke schaap laat zich weer bewijzen en die nacht staan we met 5 campers te overnachten. Terwijl de andere camperaars al liggen te snurken genieten wij nog van de fenomenale sterrenhemel en de vallende sterren.
Dag 10. We besluiten het laatste een stuk te lopen en genieten van de vele flora die zich in de Zwitserse bergen laat zien. We genieten iets minder van de onweersbui met regen die we op de terugweg over ons heen krijgen en komen meer nat dan droog terug bij de camper. Gelukkig is het maar water en met een schoon pak aan zijn we weer boven Jan. Omdat het weer niet veel beter lijkt te worden rijden we de laatste kilometers naar de top. Hier blijkt een heel circus rond de Sint Bernard hospice en de gelijknamige honden te zijn ontwikkeld. Destijds is deze hospice opgezet om handelsreizigers en geestelijken te helpen in hun tocht over de Alpen van Rome naar Canterbury en vice versa. Een Sint Bernard hondenmuseum laat van alles zien over de natuur, maar geeft als klap op de vuurpijl ook echte knuffelsessies met een van de vele Sint Bernard honden. Je kunt er zelfs een trektocht boeken onder begeleiding van een van deze honden, jazeker! Naast de (on)nodige souvenirshops wordt hier ook goed voor de inwendige mens gezorgd, uiteraard met prijsstelling alsof het nog te voet wordt aangevoerd. We dalen de pas weer af en rijden Italië binnen tot vermaak van de achterbank die druk landen aan het afvinken zijn. Gelegenheid tot vrij staan is aan deze zijde erg beperkt en we rijden door tot Aosta, een na het geordende Zwitserland, typisch Italiaanse stad. Op enkele minuten lopen van het centrum is een camperplaats (CP) waar wij die nacht blijven staan. Van de nood wordt een deugd gemaakt en we lopen de oude stad even in voor een hapje en blijven plakken bij l’Osteria. Dat blijkt een van de beste restaurants in de omtrek te zijn en dat proeven we.
Dag 12. Wie langer slaapt blijft ook gezond; dat hopen we maar, want ’s-morgens zijn we vaak ook als laatste op en op pad. Intussen hebben we Les Chapieux (CP) (bij Bourg Saint Maurice) al sinds we onderweg zijn met potlood in de planning staan. Maar niet dan nadat we in Bourg Saint Maurice de was hebben gedaan, voldoende hebben ingeslagen om een hongerwinter door te komen en het lokale zwembad hebben bezocht. Bij de laatste is het zo heet dat we smachten naar verkoeling… zoiets als 1000 meter stijgen. En natuurlijk ook nog even hebben getankt voor €1.41 bij de Supermarché (€0.40 goedkoper dan waarmee eerder die dag langs de pas werd geadverteerd). Dat is natuurlijk ‘pas mal’. Dat stijgen lukt aardig wanneer we naar Les Chapieux rijden waar we het weekend willen doorbrengen. Onderweg worden we nog (on)vriendelijk door een tegenligger in het Frans vermaand dat hij meer ruimte nodig heeft of dat wij te breed zijn, of dat zijn hond net overleden is, of dat hij bang is voor kromme bonenstaken. Wat het ook is, hij is niet blij en wij snappen het niet en kunnen hem dus ook niet helpen; dat is natuurlijk altijd jammer ;-)
Dag 16. Met pijn in het hart, maar vastbesloten om nieuwe dingen te gaan ontdekken vertrekken we weer uit Les Chapieux en doen nog even boodschappen en een wasje in Bourg Saint Maurice. Hoe centraal de stad ook is, een losplaats voor het toilet lijkt te ontbreken en die gaan we opzoeken in Montalbert. Onderweg de nodige deja vu’s uit 2016 toen we dezelfde route gereden hebben. Montalbert is een ontzettend vriendelijk wintersportdorpje wat ook in de zomer de nodige toeristen weet te trekken. De camperplaats lijkt bevolkt door langstaanders, Roma’s en landverhuizers en wij besluiten enkele terrassen naar beneden bij een multisportveldje te gaan staan. We eten lekker uit eigen keuken en gaan voor het dessert het dorpje in. Eén keer in de week wordt hier een Amerikaanse dorps-BBQ georganiseerd, waar veel toeristen en bewoners aan meedoen. Wij komen hier te laat achter en terwijl wij van ons dessert genieten bij het plaatselijke cafeetje, speelt de drukte zich onder ons af.
Dag 17. Opnieuw dient zich een mooie dag aan en wij besluiten een van de wandelroutes in de omgeving uit te proberen. We hebben een app ontdekt die Wikiloc heet en enorm veel gps wandelingen aanbiedt. Uiteraard volgen wij ons eigen pad en combineren enkele routes. Een van de routes die begint bij de officiële camperplaats en heet Sentier BioDiversité. Erg leerzaam voor oud en jong. Het weer betrekt weer na de middag en wij besluiten weer op te breken en via Tignes naar het zuiden te rijden. Omdat we in Tignes niets naar onze smaak vinden rijden we door via het Val d’Isere naar de Col d’Iseran. Op een kleine parkeerplaats aan de noordzijde van de col blijven we staan en genieten we van een 360 graden spectaculair uitzicht op de bergen rondom. De skottle gaat weer aan en terwijl we halverwege het dinner moeten schuilen onder de luifel voor een naderende regenbui krijgen we een heel bijzonder natuurverschijnsel te zien: een bijna dubbele hele regenboog. Dat nodigt uit tot enkele bijzondere foto’s.
Dag 13-15. Les Chapieux ligt in een dal wat bestaat uit (jeugd) herbergen, een winkeltje en wat boertjes. Verder veel gras met overal de mogelijkheid om bivak op te slaan. Dat mag niet. Interessant genoeg staat er aan het begin van de weg dat kamperen verboden is. Later wordt dat nog eens herhaald. Toch staat het hele terrein vol met campers, caravans en tenten. Een interessante mismatch tussen regelgeving en handhaving. Aangezien in Frankrijk het overnachten in een camper niet wordt gezien als kamperen, parkeren we weer op ons oude plekje, enkele meters van het water en met een wijds uitzicht op de bergen rondom. Met uitzondering van de vliegen, die de eerste dag erg hinderlijk zijn, voelt het als thuiskomen en we besluiten hier uiteindelijk langer te blijven. De plaats heeft zo zijn eigen charme door het maken van een kampvuur in de rivierbedding. De kinderen genieten van het braden van de marsmellows aan zelfgesneden spiezen. Le Chapieux heeft veel mogelijkheden voor wandelingen en ligt strategisch voor de Tour de Mont Blanc wandelaars. We maken hier kennis met een nieuw en prima uit te houden klimaat: warme dagen en in de namiddag en vooravond afgewisseld regen en onweer. Later in de avond klaart het dan weer op. Prima mee te leven als je er rekening mee houdt. Op dag 15 maken we nog een mooie wandtocht van ca 500 hoogtemeters in de richting van Refuge de la Croix du Bonhomme, een schitterende maar erg warme tocht met een uitzicht over Les Chapieux en het dal. De kleine man doet enorm goed zijn best en loopt het grootste deel op eigen benen.
Dag 21 en 22: De parking vinden wij wat druk voor het weekend en we vertrekken naar rustiger oorden. Die vinden we bij Chichilliane, iets ten zuiden van Grenoble. In een lieflijke vallei omgeven door hoge pieken ligt bij een langlauf informatie centrum een parkeerplaats voor campers. De camperaars die hier komen zijn net als wij rustzoekers en onze kinderen brengen de nodige reuring. Vanuit hier zijn mooie wandelingen uitgezet voor de beginnende wandelaars en de expert klimmers. Zo is de Mont Aiguille een geliefde uitdaging voor dagjesklimmers en het grasveld bij de camperplaats geliefd voor trekkerstentjes.
Dag 23. We maken een mooie wandeling waarbij de voet van de Mont Aiguille het doel is. Het lukt, bijna. Donkere wolken trekken zich samen boven ons en omdat hier niet alleen de nodige dreiging, maar ook regen en onweer van uitgaat besluiten we aan het einde van de dag te vertrekken in de richting van de Vogezen. Omdat we laat vertrokken zijn en een ritje richting Nederland willen maken, rijden we een stukje door het donker langs de Rhone totdat we in Seyssel (CP) aankomen. De route lijkt erg mooi, maar helaas zien we er niet veel van. De volgende keer beter. Seyssel is een schilderachtig plaatsje met een grote langgerekte en populaire camperplaats langs de Rhone. Aan de andere kant is een zwemvijver en een speeltuin. Schitterend, maar doordat de campers bumper aan bumper staan krijgen we het campinggevoel en is het het net niet.
Dag 24. We konden er echter prima en rustig overnachten en zijn in de namiddag weer verder gereden naar het noorden. Belfort staat in op de navigatie, maar we weten dat we dat niet gaan halen. Vlakbij een ons bekende France Passion “camperplaats” Chez Liadet ontdekken we een ruime parking bij een skischans in Chaux Neuve. Ruimte genoeg voor de kinderen om te ballen of samen met papa de trappen van de schans te beklimmen. Met 704 traptreden is deze schans bijna 2 keer zo hoog als de dom in Utrecht en een goede work-out voor de sportievelingen. Al fantaserend hoe ver wij wel niet (let op dat laatste woord) zouden springen dalen we weer af en delen trots onze prestaties met de achterblijvers.
Dag 25. Na nog wat rustieke uurtjes te pakken op deze mooie plek, stappen we weer in en kopen lunch bij de plaatselijke bakker. Belfort staat nog steeds op de navigatie en we hebben de keuze tussen de oostelijke of de westelijke Rijnoever. De Franse kant is heel mooi, maar hebben we al een keer gezien en dus wordt het de Duitse kant en daarmee de mogelijkheid om een goede schnitzel te krijgen. Dat lukt in één van de ‘Heim’-dorpen langs autobaan 5. Met een volle buik is het lastig concentreren en we kiezen ervoor om te blijven staan aan de Opfinger See. Een mooi meer wat ontstaan is door het baggeren van grind. Er zijn zowel bij dag als bij nacht activiteiten rondom het meer; we kiezen echter voor het daglicht en doen de luikjes toe.
Dag 26. Een heerlijke zonnige dag waarin de kinderen –en wijzelf-mogen badderen in het lekker frisse water van de See. Bruinverbrand wordt er in de aardig opgewarmde camper de laatste vleesvoorraad in de pan gelegd en smakelijk verorberd. De avond is jong en we rijden een stuk naar het noorden. De meeste camperplaatsen in de omgeving hebben geen bijster goede reputatie -of zijn te duur. We blijven natuurlijk Nederlanders. In Brühl vinden we er echter nog eentje met redelijk goede recensies en -interessant genoeg- is dit niet meer dan een doodlopende weg bij een veerpont zonder enige indicatie dat dit een camperplaats is. Blijkbaar een hobbyprojectje van een voorbijrijdende camperaar. Verder staat hier niets aangegeven, maar met een camper of 8 is het blijkbaar wel populair. Schitterend om wakker te worden met het gedokker van scheepsmotoren onder je raam… Het brood is op en nadat we brood hebben ingeslagen en gesmeerd, delen we dit met lede ogen met een plaatselijke wespenfamilie. Het is alweer de laatste volle dag en die wordt gewoontegetrouw in het zwembad doorgebracht. Omdat we niet elk jaar het wiel uit willen vinden, gaan we weer naar Calevornia in Leverküssen. Het zwembad is erg uitgebreid en niet duur, maar we zien ook dat er in de afgelopen jaren weinig is uitgegeven aan onderhoud. Dat loont, zeg maar. We willen de laatste nacht dicht bij huis doorbrengen op de camperplaats bij Loevestein; omdat het echter al laat is als we uitgezwommen zijn en gegeten hebben bij de grote gele M, stellen we het uit. In Oedt is op burgerinitiatief een camperplaats gecreëerd bij een park. Erg leuk en rustig voor een laatste nacht.
Dag 26. Een laatste 100 kilometer en onze mooie campervakantie 2018 is weer ten einde. Wat hebben we weer veel gezien en meegemaakt. Onvergetelijk!
Met hartelijke groet,
Nicolien, Peter, Marylène, Roselynn en Matthias
We hebben opnieuw enkele statistieken verzameld:
Aantal gereden kilometers: 3000
Gemiddeld verbruik: 1 op 7,4
Totale tolkosten: €0,00
Overnachtingen op:
Camperplaatsen: 12
Zelfgekozen plaatsen: 14
Campings: 0
Tot slot nog enkele handigheidjes:
- een bekerhouder gemaakt van een wijnkistje zorgt ervoor dat er tijdens het rijden geen bekers door de camper vliegen en er buiten niets wegwaait.
Interesse in meer informatie over onze campers?
Nicolien of Peter vertellen u graag over de mogelijkheden.
Een keertje van dichtbij komen bekijken voordat u boekt?
U vindt ons in het mooie Poederoijen (gemeente Zaltbommel)
Contactgegevens:
Email: info@huuronzecamper.com
Telefoon: 0418641084