Een heerlijke zomer, dat beloofde 2021 te gaan bieden na een relatief lang en koel voorjaar. En dat werd het ook, in het zuiden. De eerste vakantiedag wordt ingeluid met pakken en zakken terwijl de jongste loot alvast oefent om papa te vervangen achter het stuur. Met de laatste scholier net thuis uit school, starten we de camper voor vertrek. Grijze vrijdag ten spijt, blijkt het met de drukte op de weg alles mee te vallen en rijden we redelijk op schema Parijs binnen. Veel enthousiasme op de achterbank, want nu komen we misschien wel langs de Eiffeltoren. En jawel, in de verte verschijnt de ijzeren mast; de meute is niet meer te houden en de camera’s worden volgeschoten. Ik zal ze hebben, denkt de chauffeur, en verzet de navigatie. Waar auto’s komen, kan een camper ook komen. Dat blijkt nog een leuke uitdaging en niet geschikt voor de faint of heart. Als een echte Parijzenaar trotseren we de chaos, schieten nog een kiekje van de Arc vanaf de Champs Elysees en bevinden ons niet lang daarna op de Place du Trocadéro. Leuk voor de nodige foto’s uit het raam van de Tour Eiffel, want dankzij de dreigende aanwezigheid van de gendarmerie wordt stilstaan ontraden.
De schemering valt en we vertrekken snel naar de camperplaats in Saran (CP), een rustig plekje in de buurt van Orleans.
Pas in de ochtend van de zaterdag ontdekken we dat dit een mooi plekje is. De camperplaats ligt direct aan een grote kasteelvijver met voor elk wat wils, waaronder een natuurspeurtocht. Omdat geheel tegen onze gewoonte in de camping voor het weekend reeds vastligt, vertrekken we na een stevige wandeling en een nog steviger ontbijt richting Armillac, een heel stuk zuidelijker. We leren hier ook een trucje om niet bij elke Péage te hoeven onderhandelen dat we tot voertuigklasse 2 behoren. Met onze tolbadge openen we de slagboom aan het begin van de tolweg. Bij de uitgang worden we steevast aangeslagen als categorie 3; met een druk op de intercom en de simpele mededeling dat de tolbadge niet werkt, wordt het tarief aangepast en gaat de slagboom open. Snel verdiend!
In Armillac heeft de Nederlandse gastfamilie zich 18 jaar terug gevestigd met hun boerenbedrijf en exploiteren ze een kleine natuurcamping (CMP). Door de herindeling van het gebied en Franse bewegwijzering (route barré waar je wel gewoon langs kunt) blijken ze ontzettend moeilijk te vinden, maar gelukkig worden we door een van de zoons opgehaald. Ontzettend leuk om kennis te maken en een weekend met de familie “op te trekken”.
De Franse kerkdienst is een hele belevenis, maar de taalbarrière blijkt wel een dingetje. Als we samen met de Nederlandse groep van Avanta "Comme un cerf altéré brame, Après le courant des eaux," zingen is de afstand ineens veel minder groot. Fijn dat dit zo kan.
Op dinsdag laait onze zin in avontuur weer op en vertrekken we na lekker gezwommen te hebben in de Lot (Castelmoron /s Lot) binnendoor richting Auvillar.
Auvillar is een heel oud stadje in Tarn-et-Garonne en alom erkend als één van de mooiste dorpen van Frankrijk. Het is meer dan zeker een bezoek waard; doordat we er pas laat in de middag aankomen, zijn de hordes toeristen ook weg en maken we op de parking nog kennis met een stel verse Nederlandse camperaars. Zo leuk om te horen dat ze pas recent het camperen ontdekt hebben en een camper gekocht hebben omdat het kon. Met het buikje vol starten we in de schemering de camper weer en rijden door naar een mooi plaatsje aan de Tarn: Aigueleze (P).
In het donker van de avond zijn we getuige van een telefoongesprek van een Spanjaard die -als we het hadden kunnen verstaan- ons op zijn minst het schaamrood naar de kaken of op zijn ergst ons direct hadden doen vluchten. Het Gaputa is in ieder geval niet van de lucht en klinkt redelijk dreigend. Het enige wat wij dankzij de google translate app oppikten was dat het ging over de voogdij van zijn kind en we blij waren dat de gesprekspartner niet persoonlijk aanwezig was. Anders had er bloed gevloeid. Er is veel ellende.
Na een rustige nacht breekt de grote dag aan; de dag van de sprong in het diepe. Papa springt met de grote kleine dochter het vliegtuig uit; gelukkig zit er een monitor (zo heet zo iemand in het Frans) aan vast en nog gelukkiger: er zit ook een parachute aan de monitor. De foto geeft zo ongeveer het overzicht als je het vliegtuig uitgepusht wordt. Absoluut een unieke ervaring om met 200km/u door de lucht te vallen en daarna de G-krachten te testen aan de chute. Na een goede 20 minuten staat iedereen weer veilig op de grond; wat blijft is de smile; en daar doen ze het voor bij Fun Parachutisme. Wow!
Een ander deel van de fam heeft inmiddels nieuwe krachten opgedaan bij de Mac.
Het dorp Rivières heeft naast wat watersport activiteiten op de Tarn niet heel veel te bieden en omdat we grote plannen hebben rijden we door naar Albi, een stad die de bijnaam Ville Rouge te danken heeft aan de rode baksteen waaruit bijna alles is opgebouwd. Midden in de stad op enkele wandelminuten van hartje centrum is de gratis en populaire camperparking (CP). Dankzij een een-tweetje met een Vlaamse camperaar kunnen we hier een plekje bemachtigen. Herinner ons dat we nog een keer een biertje in zijn brouwerij laten tappen. Chapeau Albi! Daarnaast en daarboven (letterlijk) torent de Kathedraal van Sainte-Cecile boven de stad uit, geheel uit rode baksteen en daarmee het grootste gemetselde gebouw ter wereld. Interessant weetje is dat men edelstenen door de verf heeft gemengd waardoor de kleuren van de fresco’s veel langer mooi blijven; en dat is te zien. De muurschildering van het laatste oordeel is evenzeer mooi als gruwelijk. Het stadje is mooi en toeristisch; dat vertolkt zich onder andere in de kwaliteit voedsel wat we voorgeschoteld krijgen bij een lokaal restaurant. De claim dat er in Frankrijk geen slechte restaurants bestaan moet schielijk worden herzien. Misschien is er ook wel een reden dat dit restaurant online onvindbaar is. De kathedraal dient meerdere doelen en dat zien we die avond als er een spectaculaire lichtshow getoond wordt. Schitterend. Arme, arme inwoners van Albi bij zoveel licht en geluid…
Nog nastuiterend rijden we richting Baraigne. Niet dat Baraigne de moeite waard is, allerminst zelfs; het meer des te meer. Een mooi natuurlijk meer waar jong en oud zich kan vermaken en er rondom wildgekampeerd wordt (VC). De aanwezige strandgasten vertrekken in de avond en we staan hier samen met een andere Franse camperaar. In de ochtend komen de bezoekers al snel weer terug in de vorm van een ponykamp. Dat maakt in ieder geval één gezinslid erg blij. Van de nood een deugd makend wordt de laptop opengeklapt voor noodzakelijke werkzaamheden. No pain, no gain.
Na gedane werkzaamheden is het tijd via een mooie route verder naar het zuiden te rijden. We beginnen hiermee ongepland aan een fantastische kastelenroute. Lapradelle-Puilaurens (VC) wordt via de app geselecteerd als een leuke lokatie om te overnachten en te wandelen. Of eigenlijk te wandelen en te overnachten; je kunt hier de ruïne van een oud slot bezoeken. Het slot wordt klaarblijkelijk onderhouden met de opbrengsten van de bezoekers die via de enige mogelijke weg het slot bezoeken.
Inmiddels is het landschap al best wel heuvelachtige en zijn we benieuwd wat de Pyreneeën ons verder nog te brengen hebben. Veel zo leren we later. Via secundaire en tertiaire wegen rijden richting de Spaanse grens en vinden ons na nog een leuke picnic op een watertank niet veel later in Le Perthus (VC). Le Perthus is een modain grensstadje waarbij de grens over de middenstreep van de hoofdweg loopt. Wat interessanter is, is dat men het Fort de Bellegarde heeft waar alleen al in het zichtbare deel ons geliefde slot Loevestein wel 6 keer in past. Imposant dus. Om onverklaarbare reden is het bouwwerk al enkele jaren gesloten voor publiek en trekt het slechts een handvol dagjesmensen die er een uurtje doorbrengen om er een rondje rondom te lopen. Wij brengen bij dit megalomane bouwwerk ons weekend door en vervelen ons geen seconde. Als we de kinderen vragen wat de mooiste “camperplaats” was van dit jaar, dan wordt deze vaak als eerste genoemd. Het uitzicht is dan ook erg mooi, vanaf het moment dat we de oogjes open doen. In het dal loopt de grens met Spanje en tijdens een wandeling langs het verlaten dorp steken we nog even de grens over. De kleinste doet het rustigjes aan.
Althans dat is onze conclusie op basis van de toegangsprijs. Helaas is het al het einde van de middag en gaat men onze broodnodige sponsoring missen. Het dorpje beneden biedt de bekende Franse dorpsaanblik; senioren, senioren (en geen jeugd). Desondanks is het lokale kerkje helemaal Corona proof en hebben ze geen wc (pas sanitair). Onverrichte zake praten we daarna onze grote man de heuvel weer op om lekker bij de camper te dineren. Onze kleinste hobbelt lekker mee in de draagtas en vindt alles best. In de avond krijgen we nog gezelschap van een 4x4 opzetcamper en een camperbus. Gezellig!
Na een rustig weekend besluiten we weer te vertrekken en omdat het weer aan de noordzijde van de Pyreneeën weinig stabiel is, gaan we de grens over richting de Spaanse kust. Zilt water staat hoog op de wensenlijst van het kroost en met dat vooruitzicht rijden we via het mooie Figueres naar L’Escala. Dit is een mooie badplaats maar klaarblijkelijk niet geschikt voor grotere campers.
Sommigen van ons genieten een romantisch ontbijtje op het strand terwijl anderen een stevige wandeling maken door het mooie vogelspot natuurgebied van Els Griells. Bijkomend voordeel; hier zijn geen kwallen en wordt er naderhand naar hartenlust in de Middenlandse Zee gesparteld. Een heerlijk dagje op het relatief rustige strand met dien verstande dat we blij zijn geen hond bij ons te hebben. Het naastgelegen hondenstrand, niet meer dan een ompaald stukje zand ligt letterlijk mudvol met twee en viervoeters. Je beste vriend moet hier wel iets voor je overhebben.
De echte bergen blijven trekken en de het mooie Catalonië heeft nog zoveel meer te bieden. Dat ‘meer’ vinden we onder andere in Castellar de n’Hug (CP) (waarschijnlijk door een kasteelheer naar zichzelf vernoemd) een toeristisch stadje in de bergen. De camperplaats is nog in aanbouw, maar parkeren lukt prima. Er schijnt een riviertje (Llobregat) te ontspringen in de omgeving en dat is natuurlijk een goede reden om de prijzen aan te passen. De bolletjes ijs gaan voor €3.50 per stuk over de toonbank; althans dat is de bedoeling van de aanprijzing; zaken doet men niet. Misschien lijdt men hier wel een beetje aan grootheidszin; dienbladgrote croissants zijn natuurlijk leuk maar niet als je ze ook op moet eten. Honden die hun eigen peop opruimen; die bestaan alleen in Castellar de n’Hug. Papagaaien die Nederlands praten… We weten nog steeds niet wat er in het water van de bron zit, maar dat het iets heel speciaals is, dat staat buiten kijf. Wat we niet kunnen weerstaan zijn de meringues met hazelnoot; flink ingekocht (en... ze liggen er nog).
We slagen er dan ook niet in om de camper gemakkelijk kwijt te raken en rijden door een strandje in de buurt, Platja de Montgo. Verrassend hoeveel Nederlandse accenten we hier horen. De kids vermaken zich kostelijk met het water tot ze erachter komen dat het hier vergeven is van de kwallen. Op dat moment wordt het gezellig druk op de handdoeken en zakt de interesse in het zilte nat tot een dieptepunt. De vraag om koud nat stijgt. Mogen we een ijsje? Altijd leuk vakantiecentjes. Gelukkig is de dag gedaald en is het tijd om een plekje voor de nacht te vinden. Dankzij de parking app is dat een fluitje van een cent en een paar kilometer verder bij Platja de L’Estartit staat een smakeloze vakantiewoonwijk in een verder schitterend natuurgebied, en direct aan zee (VC).Hier is het prima overnachten.
Als aan het einde van de middag de zon verdwijnt en de wind opsteekt laten we ons nog even zandstralen voor vertrek. Het strandleven is heerlijk afzien. Nadat we in de sneldroger de handdoeken hebben laten drogen laten we de drukte van de zee achter ons om weer richting het binnenland te gaan. Door het schitterend heuvellandschap rijden we niet veel later naar Olot. Volgens de ervaringsdeskundigen is hier een schitterende picnic-plaats in een natuurlijke omgeving. Ver komen we niet; hoe klein we ons ook maken, de parking is klaarblijkelijk alleen bereikbaar voor kampeerbussen. Onverrichter zaken arriveren we niet veel later op de stadsparking van Olot (P) waar we het nuttige verenigen met het aangename en gezamenlijk de stad intrekken op pizzajacht. Dat lukt vrij aardig gezien de extreme pizzadichtheid in de stad. Na een kort technisch intermezzo bij de Fiat garage (waarvan je bretels nodig krijgt) overnachten we op de camperplaats in Sant Joan Les Fonts. Dit plaatsje laat zich op de kaart zetten met dank aan de middeleeuwse brug en de kerk die zich boven het dorpje uittorent -maar verder potdicht zit voor bezoekers. Niet te vergeten zijn de “reusachtige” watervallen die zich achter de kerk naar beneden storten. De rivierkreeft heeft hier weinig boodschap aan en poseert voor de foto. Je kunt hier in ieder geval heel afwisselend wandelen in het landschap wat naar verluid ontstaan is uit oude vulkanen. Schitterend natuurlijk, ook als het niet waar was. Wat voor de kids ertoe doet is de geocache die goed verborgen is.
De camperplaats is overigens een echte aanrader; ruim, schoon en met het achtergrondgeluid van stromend water. Niet te vergeten, gratis! Dat niet alleen de camperplaats aantrekkingskracht uitoefent blijkt wel uit het theehuisje wat s’-nachts werd bewoond door een aantal slaapzakslapers. Ieder zijn ding… De bakker doet in ieder geval goede zaken. Na gedane zaken moet er hard gewerkt worden om de camper weer op orde te krijgen; de kleinste helpt deftig mee met zijn onafscheidelijke vrienden, veger en blik. De boodschappen haalt papa met de fiets een dorpje verder; komt de fiets ook nog eens van het rek af. We zijn hier nog lang niet uitgekeken en blijven lekker nog een nachtje staan.
Of de Castellar kennis genomen heeft van onze ambivalente gevoelens weten we niet; wel zagen we s’-ochtends dat de camperband leeg stond; later kwamen we erachter dat niet de band lek was maar de velg… Hier kan het!
Om het niet gekker te maken bleek ook de ventilator van de motor kapot; gelijk maar een afspraak gemaakt voor de volgende maandag. Als dan ook de kleinste nog van een bordes afkukelt weten we het zeker. We zijn absoluut niet bijgelovig, toch?
Maandag, wasdag. Bij de Brico in Saint-Gaudens wordt niet alleen de wekelijkse wasbeurt gehouden maar ook bij de plaatselijke Fiat dealer een radiatorfan besteld die dinsdag al gemonteerd kan worden. De camper zit gelukkig nog goed in de was. De kleinste probeert onverrichterzake de bluswatervoorziening uit, maar geeft het niet op. Blijven oefenen! Ontevreden zoals dames per definitie zijn over hun garderobe, wordt het nodige ingeslagen bij de plaatselijke La Halle, Kiabi en andere shops.
Hoog tijd om weer een plekje voor de nacht op te zoeken en dat vinden we in Soueich, een vriendelijk dorpje met een kleine parking achter de Mairie. Men heeft hier een winkel van sinkel die anderhalf brood verkoopt, een boekenboom en een ijskoud stroompje om in te pootjebaden. Meer hebben we niet gezien, maar het doet weldadig aan.
Een nieuwe dag, eerst snel naar de garage voor het monteren van de radiatorfan terwijl de dames de laatste euro’s aan kleding uitgeven. Daarmee hebben we geen geld meer voor een camping; dat hoeft ook niet, want de plaats waar we de komende twee nachten staan is een voormalige camping in Fos die nu openstaat voor camperaars en andere bedoeienachtigen. Direct aan het riviertje, op het gras onder de bomen; wat wil een mens nog meer. Braai natuurlijk! Zogedacht, zogedaan. Maar eerst even in Spanje boodschappen doen; inmiddels kunnen we al zeggen dat we 4 keer in Spanje zijn geweest deze zomer. Het stuwmeer in de buurt nodigt uit tot een forse wandeling voor pa, ma en de kleinste (zoals hij het zelf zegt: “in de tas”); erg leuk zolang je boer Bart met zijn dikbillen niet tegenkomt. Gelukkig ruiken ze de stal en eten ze ons niet op. Wel tikken we Spanje nog een keer aan. De laatste nacht besluiten er opnieuw twee van het kroost in een open strandtentje buiten te slapen; dat lukt uitzonderlijk goed totdat aan het einde het onweer losbarst en we ze halsoverkop naar binnenhengelen. Challenge mislukt.
We hebben verdere verrassingen niet afgewacht en zijn door de afwisselende heuvels verder getrokken waarbij we diverse collen afgevinkt hebben. Met dat we Frankrijk binnentrekken maakt de zon plaats voor wolken en rijden we langs enkele parkings om een geschikte plaats te vinden voor het weekend. Dat lukt in eerste instantie niet en om deze grote tegenvaller te verwerken, eten wij ons buikje helemaal rond bij L’Arcardia in Saint-Girons om daarna in het donker een gokje te wagen in het dorpje Ouerdes (P). Dat lukt bovenmate goed, want als we in de ochtend wakker worden, blijken we op een alleraardigst plekje te staan bij het lokale dorpshuis. De jongste pakt zijn boodschappentas met speelgoed erbij en vermaakt zich voor een grote. Overigens blijkt de omgeving leuke wandelingen en fietsroutes te bieden door de bossen en langs varenheuvels. Zoals al eerder opgemerkt zien we slechts senioren in het dorpje.
Het weer overdag blijft mooi en na nog een heerlijke dag op de “camping” vertrekken we weer. Het stukje wat we door Spanje willen rijden gaat halverwege niet door vanwege een gesloten grensovergang bij Bossòst. Dan maar terug Frankrijk in en in de richting van Campan (CP). Volgens de plaatjes is hier een mooi meer en een rustige camperplaats. Dat mooie meer is er gelukkig zeker; het is echter te merken dat de corona afstandsregels niet op campers worden toegepast. Deur aan deur staat het hier geparkeerd; uitsluitend Fransozen, (dus we kunnen niet zeggen dat ze in hun eigen land moeten blijven); we kiezen voor een ietwat clandestien plekje iets verder en verzetten hem in de ochtend. Zoals gezegd; het meer is schitterend en er worden allerhande “natuurlijke” activiteiten georganiseerd. Zo kun je hier op “wilde” paarden rijden en heel natuurlijk door het bos klimmen via een boomkronenpad. We kiezen voor het laatste en de oudste 3 hebben weer een poosje lol.
Na een stevig ontbijt waarbij de eieren uitdampen op het fietsenrek is het tijd om te verversen en te vertrekken. Onderweg lunchen we bij een stuwdam waar de Schotse hooglanders zo uit een film lijken te zijn weggelopen.
De volgende stop is het wintersportdorp La Mongie (P). In tegenstelling tot doorsnee wintersportlocaties is dit dorp goed bezocht door toeristen in de zomer, niet in het minste door wielerfanaten die de Col de Tourmalet willen befietsen. Voor automobilisten is het dan ook een hachelijke onderneming om fietsers, koeien, schapen en zelfs lama’s te ontwijken. We blijven hier een nachtje staan op de grote en ontzettend scheve parking. Ook hier staat braai op het menu zodat de keuken wat ontlast wordt. Als het werk gedaan is, gaan de voetjes onverbiddelijk omhoog, maar niet voordat er nog een potje petanque gespeeld is.
Na het eten flaneren we wat door het dorpje om ’s-avonds meteorieten te tellen voor het slapengaan. De jongste noemt de maan gemakshalve ook maar “lamp”; ongelijk heeft hij niet helemaal.
Een nieuwe dag waarin we de top van de col aantikken en getipt door de app de camper enkele minuten later parkeren in het midden van de bergweides. De niet onwelkome schaduw ontbreekt en meegebrachte lakens bewijzen dankbaar hun dienst. Dat we hiermee echt een nomadenaanzien krijgt deert slechts voor de foto’s. Het geluid van koeienbellen versterkt de rust; af en toe lopen er een paar koeien over ons gazon om wat te drinken bij het stroompje. Uit eten gaan wordt die avond niets omdat het restaurant Le Bastan om 5 uur blijkt te sluiten. Luxe! Dus de braai maar weer aangezet voordat we later die avond genoeglijk onder de wol kruipen.
Tumult in de ochtend; wat een vredige zondagochtend had moeten worden, wordt wreed verstuurd door wapengekletter bij de camper. Het blijkt gelukkig een oefening te zijn voor de plaatselijke koehoornduels en er vallen geen gevonden en onze first aid kit blijft onaangeroerd.
Opnieuw een rustdag in de natuur; zo mooi en wonderlijk gemaakt. Het uitzicht is indrukwekkend. Gaandeweg de dag zien we andere camperaars inpakken en wegwegen als wolkenflarden vanuit het dal de berg opklimmen. Het duurt niet lang of we zitten in een dichte deken die pas in de ochtend weer optrekt. Fotogenieke momenten! Om het buiten warm te houden herhalen we wat onze verre voorouders deden en verbranden opgedroogde koeienpoep. Het is met afstand het enige brandbare wat hier voor handen is; verder dan een smeulend hoopje komen we niet. Degeneratie heeft ook ons getroffen op dit aspect van overleven.
Nieuwe maandag, nieuwe kansen. In ons geval alweer de laatste week van onze 2021ste camperavontuur. We worden wakker in dichte mist en het is een bijzondere gewaarwording als de zon de mist verdrijft. Het is dan ook hoog tijd om weer eens verder te trekken, de col af en door een aantal lieflijke dorpjes. Eerst nog even een parapenter ontwijken die vlak voor ons langs scheert – iets voor ons volgend jaar, bij leven? Zo tegen het einde van de vakantie krijgen we de structuur te pakken en is maandag de toiletleegdag/verversdag/wasdag/grote boodschappendag; die doen we in het dorpje Lescar bij Pau. In de mega Carrefour wordt het nodige en onnodige ingeslagen, de dames winkelen nog in de plaatselijke kledingwinkels waar ze een ‘m’ teveel achter de 1,5m hebben gezet; de jongens blussen nog even een brandje; daar wordt je ontzettend moe van. De volgende stop is aan de Dordogne bij Bordeaux; waarschijnlijk heeft het geregend, want de rivier is hier een brede stroom diepbruin water, allerminst aantrekkelijk voor een duik en door de stroming erg gevaarlijk. Bij een plantsoentje is het trouwens prima dineren.
We rijden nog een stukje en vinden aan de A10 bij Les Cabanes (P) een rustige parkeerplaats bij een zwemmeertje. Zoals we de volgende dag ontdekken op de vele aanplakbiljetten zwemmen hier uitsluitend blauwalgen en dat laten we graag zo. Een leuke bistro aan het meer nodigt uit tot een kopje koffie (hopelijk met appeltaart). Helaas serveren ze om 10 uur ’s-ochtends uitsluitend diner (huh?) en krijgen we de vraag of we gevaccineerd zijn. En a-propos meldt de vriendelijke uitbater dat ook zij pas sanitair hebben. Gelukkig hebben wij dat aan boord en hoeven we die van het restaurant niet te gebruiken. Bij het opwerpen van zoveel drempels besluiten we onze eigen café crème filtre te drinken bij de camper en houden we de appeltaart tegoed. Intussen nog even sportief bezig zijn en weldra pakken we de boel weer in. Papa ontpopt zich als een vreselijke man, alleen maar om op de foto te laten zien hoe groot de garage is. Gelukkig komt mama snel te hulp.
De laatste nacht alweer(drommels!) wordt doorgebracht bij de Mairie van het dorpje Lataule (P), direct aan de A1 (Fr). Een leuk plekje voor op doorreis met een speeltuintje. Helaas is het hier reeds oer Hollands weer (koud, nat, guur) en eten we ons potje macaroni binnen.
Met nog een 3 uur voor de boeg besluiten we de Belgische Kempen aan te doen voor leuke activiteiten -en frieten natuurlijk. Kleine dorpjes rijgen zich hier aaneen langs de zo typerende betonbaan (kedengkedeng).
Dankzij Tripadvisor belanden we bij de Averegten, een natuurgebied met voor elk wat wils; van een interactieve boswanding met onderbroekenlol, tot een heuse -niet-pluktuin. Mede dankzij dezelfde app vinden we een goede Frituur in de buurt; we komen hier achter de wijze les dat een grote friet in België ook echt mega gróót is. Likes voor de gulheid van onze zuiderburen! Het is inmiddels 23.45 als we de Juliana van Stolbergstraat 1 weer opdraaien en met vereende krachten de camper leegmaken. Het avontuur is weer voorbij en zoals het eigen bedje slaapt, zo slaapt het nergens.
Disclaimer speciaal voor lezers die ons niet kennen: alle frasen in bovenstaand stuk die de suggestie wekken van bijgeloof of van evolutie zijn uitsluitend ontsproten aan de verregaande fantasie van de schrijver en missen elke relatie tot de realiteit.
Tips:
Onze statistieken van 2021
Gemiddeld verbruik: 1 op 7,6
Aantal kilometers afgelegd: 3925 km
Dat is per dag: 148 km
Totale tolkosten: €177,40
Interesse in meer informatie over onze campers?
Nicolien of Peter vertellen u graag over de mogelijkheden.
Een keertje van dichtbij komen bekijken voordat u boekt?
U vindt ons in het mooie Poederoijen (gemeente Zaltbommel)
Contactgegevens:
Email: info@huuronzecamper.com
Telefoon: 0418641084